Ambulance

Gepubliceerd op 21 juli 2021 om 23:07

Een paar dagen thuis waren helaas ook écht maar een paar dagen thuis. De chemokuur is ontzettend zwaar gevallen en daar ben ik nog steeds niet van opgeknapt. Alles is teveel en dan te bedenken dat ik al 12 dagen bezig ben. Ik maak me zorgen hoe ik het komende halfjaar ga doorkomen. Ik wist dat chemo zwaar zou zijn, maar zó zwaar had ik echt niet verwacht. Ik wist, als ik heel eerlijk ben, geen eens dat je je zo slecht kan voelen. Het is zwaar. Heel erg zwaar.

 

Gisteren begon mijn haarverlies. Iets waar ik al sinds mijn diagnose als een berg tegen op zie. Het is niet in woorden te omschrijven hoe angstig ik ben. Ik durf geen beeld te schetsen van een ‘kale Jade’.

 

Gisterochtend had ik een eerste, grote pluk haar in mijn handen. Hier schrok ik ontzettend van. Het was echt een flinke pluk, dus ik zag direct een kale plek op de zijkant van mijn hoofd. Ik probeerde nog snel een staart te maken zodat het minder zichtbaar was, maar dat was teveel gevraagd. Ik werd duizelig, de kamer ging draaien en een paar seconden later lag ik op de ijskoude grond. Tot mijn grote geluk hoorden mijn ouders het en zij schoten direct in de regelstand. Ik schijn een paar minuten volledig bewusteloos te zijn geweest en rare bewegingen te hebben gemaakt. Na een tijdje werd ik wakker en keek ik recht in de ogen van mijn geschrokken vader. ‘Oh gelukkig meisje, daar ben je weer. Niet schrikken hoor; mama is 112 aan het bellen’.

 

Ik blijf liggen op de nog steeds ijskoude vloer. Ik voel me weer wat beter, maar direct opstaan durf ik nog niet. Ik moet even verwerken wat er net is gebeurd. Die tijd krijg ik alleen niet, want er komen al snel twee ambulancebroeders naar boven gelopen. Ze kijken mij na en geven aan dat ik 40 graden koorts heb. Ik heb dus geen keuze; ik moet mee met de ambulance richting mijn shared care ziekenhuis. Ik wil geen enkel risico lopen. Ik geef me eraan over.

 

Ik besluit om zelf naar beneden te lopen en in de ambulance te stappen. Ik voel de ogen van alle buren in mijn rug branden. Zonder zwaailichten en sirenes komen we even later aan in Rotterdam. Voor dit soort dingen mag ik namelijk naar mijn shared care ziekenhuis en niet helemaal naar Utrecht. Fijn dat deze optie er is! Vanwege mijn hoge koorts word ik opgenomen. Dit zien ze als een spoedopname. De paar dagen thuis die ik had tussen de chemokuren door, breng ik dus nu in het ziekenhuis door.

 

Eenmaal in het ziekenhuis is mijn haarverlies niet meer te houden. Het valt met grote plukken uit en alles zit onder. Mijn kleding, mijn bed, mijn eigen lichaam.. het is echt verschrikkelijk. Het doet intense pijn om zo’n groot deel van mijn uiterlijk overal en nergens te zien liggen. Ik zou letterlijk miljoenen euro’s willen betalen om dit moment te voorkomen. Het is écht verschrikkelijk.

 

Aan het einde van de middag komt er iemand vanuit het Aderans Haircenter met verschillende haarwerken mijn kamer binnen. Ze heeft drie verschillende opties mee, die allemaal op mijn eigen haar lijken. Ik mag het laten verven naar een gewenste kleur en knippen naar de lengte die ik fijn vind. Toch word ik er niet gelukkig van. Ik vind het heel mooi dat het bestaat, maar ik zie mezelf er niet in terug. Ik herken mezelf niet. Ik kan alleen maar huilen en geef het op een gegeven moment op. Dit is niet wat ik zoek.

 

Ik laat me oog vallen op een folder over het bedrijfje ‘Toupim’. Ik lees dat dit een bedrijf in Amsterdam is, die eigen-haarbanden maakt. Zij kunnen je eigen haren aan een band maken, zodat je je eigen haar kan blijven dragen. Over deze band draag je dan een mutsje of een petje, want de bovenkant is kaal. Hier word ik direct enthousiast van. Ik lees de recensies op internet en ik lees bij iedereen terug dat dit heel vertrouwd voelt.

 

Ik besluit voor deze optie te gaan, dus we nemen gelijk contact met ze op. Een hele lieve vrouw neemt op die bereid is om mij goed te helpen. Het enige nadeel is dat ze voor een eigen-haarband zoveel mogelijk goed & onbeschadigd haar nodig hebben. Ik heb dus geen keuze, morgen is de dag..